Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [88]na die twee en zestig weken zal de Messias [89]uitgeroeid worden, [90]maar het zal niet voor Hem zelven zijn; en [91]een volk des vorsten, hetwelk komen zal, zal de stad en het heiligdom verderven, en [92]zijn einde zal zijn met een overstromende vloed, en tot het einde toe zal er krijg zijn, [en] [93]vastelijk besloten verwoestingen. 88. Namelijk na de negen en zestigste week, want de zeven voorgenoemde weken moeten bij deze twee en zestig weken gevoegd worden. 89. Het Hebreeuwse woord betekent somtijds zoveel als een misdadiger om het leven brengen. Zie Lev.17:4. 90. Dat is, niet tot zijn voordeel, maar tot voordeel van zijne uitverkorenen; of niet om zijner zonden wil. Anders, doch Hij zal gene [schuld] hebben, of maar zonder zijne [misdaad]. Of, zonder enige [schuld]. Anders, en zal geen [helper] hebben. Zie hfdst.11 vs.44. Anders, en niet meer zijn; te weten onder de mensen, opgenomen zijnde ter rechterhand des Vaders. Vergelijk Gen.5:24. 91. Dat is, het heirleger der Romeinen. 92. Te weten het einde, hetwelk de Romeinse vorst het Joodse volk zal aanbrengen. Of, het laatste dat hij het Joodse volk zal aandoen. 93. De zin is: Zij zijn vastelijk besloten, en de tijd is precies bestemd, wanneer zij komen en wanneer zij ophouden zullen. Sommigen verstaan dit aldus: Totdat Gods oorlog tegen zijn volk een einde hebbe, zijn de verwoestingen precies bestemd.